Afdrukken
generatie min 1 Jan Aukje vakantie marnix sport

Naar het Marnix

Eind augustus 1956 begint mijn 'loopbaan' bij het Marnix in Haarlem-Noord, voluit: Christelijk Lyceum Marnix van St. Aldegonde).Ik kan mezelf niet zo heel veel van deze periode herinneren, alhoewel de overgang groot geweest is. In de beginperiode elke dag met de bus naar Haarlem en ongeveer 10 minuten lopen vanaf de halte op de Rijksstraatweg naar de Planetenlaan.

Ik kwam er al snel achter dat ik niet de enige scholier was uit IJmuiden, ook in mijn klas waren er een paar, evenals uit Beverwijk. Waar ik ook vrij snel achter kwam dat er op school wel sprake was van verschillende groepen: de muggen (uit Haarlem), de viskoppen (uit IJmuiden), de wijkers (natuurlijk uit Beverwijk) en dan was er ook nog een groep die uit de villabuurten van Bloemendaal e.o. kwam. Dit was geen negatieve classificatie, want iedereen ging gewoon met iedereen om.

Er waren op het Marnix 5 eerste klassen en ik zat vanwege mijn achternaam in de laatste: 1E. Het waren een soort brugklassen, alhoewel die term toen nog niet gebruikt werd. Na de eerste klas moest je kiezen: òf HBS òf Gymnasium. Na de 3e klas moesten we later kiezen voor de A of B kant.

Op de foto de klassefoto van 1E. Bij het rode cirkeltje ben ik, bij het blauwe cirkeltje onder me Cees Schaap en rechtsboven Jan van Noort.

Stoomsleepboot Stentor tussen de pierenSluis en haven

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Als school afgelopen was (meestal een uur of twee 's middags), ging ik na thuiskomst vaak of eerst buiten spelen of op de fiets naar de haven of naar de sluizen. Als mijn moeder niet wist waar ik zat kon ze me meestal daar vinden (niet dat ze me ooit gezocht heeft voor zover ik weet). Even kijken of er nog grote schepen waren en welke sleepboten van Wijsmuller binnen waren (op de foto de stoomsleepboot Stentor tussen de pieren van IJmuiden).

Ik vond het heerlijk om daar rond te hangen en te kijken. Favoriete bezigheden waren het vragen om luciferdoosjes en suikerzakjes aan opvarenden van schepen die in de sluis lagen.

Dit deed ik minimaal 3 a 4 keer per week, mits het redelijk weer was. Op de kanaaldijk zitten kijken naar de scheepvaart die voorbij voer, op de sluizen rondhangen waar grote en kleine schepen voorbij kwamen of lekker uitwaaien op de kop van de haven, waar je in- en uitvarende schepen zag, trawlers en loggers op weg naar de visafslag of op weg naar de visgronden.

Thuis hadden we een radio waarop ook de visserijgolf te beluisteren was. Deze golflengte werd door zeevarenden gebruikt om met elkaar te praten en dat was ook thuis op de radio te horen. Vooral als het slecht weer was kon je naar interressante gesprekken luisteren.


Vakanties en roken

Mijn ouders zijn al in de 50-er jaren begonnen met op vakantie gaan. Dat begon aanvankelijk met een paar weken logeren in een omgebouwd kippenhok bij een boer tussen Putten en Voorthuizen (boer Doppenberg). Ik denk dat we daar zeker 6 zomers achter elkaar geweest zijn.

We gingen op de fiets, eerst naar Amsterdam en daar op de boot naar Harderwijk (meestal een nachtboot). 's Ochtends om 6 uur kwam die aan in Harderwijk en tussen 8 en 9 waren we dan op onze vakantiebestemming. De laatste paar keren is oma Bal (bij mijn vader achter op de Solex!) ook nog mee geweest (zie ook de fotoserie over Hulshorst).

Het waren leuke vakanties en ik herinner me vooral ook de zoons van de boer die rommelden met oude auto's. Als ik mijn ogen dicht doe ruik ik nog die specifieke geur van oude auto's, benzine en olie! Als ze weer een auto aan de gang hadden gekregen mocht ik ook mee. En ook ben ik een paar keer mee geweest naar de eierveiling in Barneveld (heel vroeg in de morgen).

Later zijn we nog op vakantie geweest o.a. naar Ellecom (tussen Arnhem en Dieren), Oudeschoot (bij Heerenveen, vakantiewoningruil) en Hulshorst (vlakbij Harderwijk).

Van Ellecom kan ik me nog herinneren dat we aan het rijden waren in de Onzalige Bossen. Mijn vader reed dacht ik voorop op de solex met oma Bal achterop en wij er achter op de fiets, tot er plotseling met veel geraas een wild zwijn uit de struiken te voorschijn kwam en achter mijn vader aanging. Wij stoven de andere kant uit en mijn vader ging er met oma achterop ook vandoor met het zwijn achter zich aan. Gelukkig heeft dat niet lang geduurd en is het goed afgelopen, maar spannend was dat wel!

De laatste keer dat ik met mijn ouders op vakantie geweest ben was naar een huisje in Hulshorst, vlakbij de Zuiderzeestraatweg.  Het bijzondere van deze vakantie was ook dat de familie Riedijk mee was. Ome Arie en tante Marie waren nog nooit van hun leven op vakantie geweest! Nu waren ze op aandringen van mijn moeder met ons meegegaan, samen met Kees, Marijke en Jan (3 van hun kinderen) en natuurlijk oma Bal.

Het vakantiehuisje in Hulshorst

Ome Arie wast zich onder de pomp

Kees schilt de aardappels

Mijn eerste pijp

We leerden daar ook een ome Arie kennen zoals we hem nog nooit gezien hadden, volgens mij heeft hij met volle teugen genoten.

Hulshorst was ook de plek waar ik voor het eerst met roken in aanraking kwam. Ik heb geen idee hoe dat gekomen is want mijn neef Kees deed er niet aan mee. In ieder geval heb ik daar mijn eerste pijp gekocht, voor een paar gulden kocht ik een maispijpje en een pakje Clan pijptabak. En naast mijn eerste pijp kocht ik ook mijn eerste hoed! Zo maar voor de gein denk ik.

Pas een tijd later ben ik ook sigaretten gaan roken. Daar was ook geen enkele bedenking tegen, roken was gewoon een onschuldige sociale aangelegenheid. In die tijd was er nog helemaal niets bekend over de schadelijke gevolgen van het roken. Het was lekker en het rook lekker. Pas jaren later (ongeveer 20) ben ik daar mee gestopt, niet omdat iemand tegen me zei dat het niet goed was, maar simpel omdat ik een beetje moe werd van het hoesten elke ochtend...


Keuze HBS-b

Na de eerste klas op het Lyceum koos ik uiteraard daarna voor de HBS-kant. Dit in verband met mijn geplande vervolgopleiding later aan de Zeevaartschool. In het verlengde daarvan lag het ook voor de hand dat ik aan het eind van de 3e klas (3H4) zou kiezen voor de B kant. En zo gebeurde.

Overigens heb ik wel 6 jaar over 5 jaar HBS gedaan. Dat kwam voornamelijk doordat de eerste klas me erg gemakkelijk was afgegaan. Ik dacht de 2e klas met dezelfde minimale inspanning te kunnen doen, niet dus...

Gemakzucht

Deze gemakzucht heeft me dus wel een jaar extra gekost, maar ik moet er ook bij vertellen dat ik veel van mijn klasgenoten later weer ingehaald heb! Daarna heb ik keurig elke klas in een jaar gedaan, alhoewel ik me niet voor elk vak even hard inspande. Als dingen je makkelijk afgaan wil de inzet wel eens verminderen. Desalniettemin heb ik de rest van de HBS keurig op schema afgewerkt.

Sporten

Vanaf het begin van mijn HBS tijd heb ik vrij veel aan sport gedaan. Al vanaf de 1e klas werd ik met een aantal nieuwe sporten geconfronteerd. In de zaal vooral basketbal en volleybal en buiten atletiek, honkbal (in het begin eerst softbal) en hockey. Ik heb dat altijd met veel plezier gedaan.

Van deze sporten ben ik volleybal ook in clubverband gaan beoefenen bij VCIJ (Volleybal Club IJmuiden). Ik kon redelijk meekomen en het leuke was, dat het 2e team van de vereniging jarenlang heeft bestaan uit klasgenoten. Of andersom geredeneerd: Ons klasseteam bestond meestal minstens voor 5 personen uit leden van het 2e van VCIJ!

Door dit alles zijn we als klas 3 jaar achter elkaar schoolkampioen geweest. Daarnaast mocht ik ook af en toe meedoen met de 'grote' jongens van het eerste, die in de 1e klasse speelden.

Dit alles kwam abrupt tot stilstand omdat ik zo nodig moest varen... In een latere periode, toen ik een paar jaar aan de wal was, heb ik het volleyballen weer opgepakt.


Naar de Dolfijnstraat.

Ik denk dat we omstreeks 1956/1957 verhuisd zijn naar een eengezinswoning aan de Dolfijnstraat. Het was een nieuw huis in een nieuwe buurt, vlakbij de duinen. Ik heb daar eerst een klein kamertje aan de achterkant gehad en later ben ik naar zolder, of eigenlijk was het een vliering, verhuisd. Geen vaste trap maar een vlizotrap en een zolder die maar voor de helft betimmerd was en een klein dakraam aan de achterzijde. Dat is ook de plek waar ik mijn meeste HBS huiswerk gemaakt heb. De zolder was ook vrij laag, ik kon alleen in het middengedeelte rechtop staan!

Vaak had ik daar ook dieren: meestal tamme muizen of hamsters. Ik had eens een paar muizen in een kleine bak zitten, waarvan de glasplaat aan een kant kapot was. Die kant had ik tegen de muur geschoven en een klein kiertje opengelaten voor frisse lucht. De kier was voor mijn muizen veel te klein om door te kunnen ontsnappen, maar niet voor wilde muizen! Op een nacht werd ik wakker van gekrijs in de muizenbak, een wilde muis was door de kleine kier naar binnengekropen en was daar slaags geraakt met mijn muizen. Toen het licht aanging was hij snel verdwenen, door dezelfde nauwe spleet...

Overigens hadden we inmiddels ook een hond gekregen: Mops, een bastaard keeshond.

Wie is Aukje?

Een zijstraat van de Dolfijnstraat was de Poolsterstraat. Daar was op het hoekje een groot gezin komen wonen met veel meisjes (6 stuks). Onze achtertuinen grensden aan elkaar (op de foto genomen vanuit mijn dakraam het huis waar Aukje woonde).

Eén van deze meisjes viel me al snel op en de eerste jaren hebben we vaak samen op straat gespeeld, vooral putje trap, totdat haar vader het beter vond dat ze zich als een meisje ging gedragen... Ik was toen denk ik een jaar of 15 en zij een half jaar jonger. Ik kan me herinneren dat heel in het begin dat ze nog op de lagere school zat (Bethlehemschool, om de hoek) en ik buiten in het gras voor haar school zat te wachten tot die uitging.

Dat meisje was dus Aukje! Niet wetend op dat moment dat we later zouden trouwen!

Van Haarlem naar IJmuiden en weer terug.

Ik denk dat ik naar de 3e klas ging dat toen het Marnix besloot een dependance te openen in IJmuiden. Het was om de hoek en ik kon er lopend naar toe, een hele verandering. De school bestond toen nog maar uit een paar klassen.

Dat heeft maar een jaar geduurd, want nadat ik was overgegaan naar de 4e moest ik weer terug naar Haarlem, er was in IJmuiden nog geen 4e klas. Dat was ook het moment dat ik definitief voor de B-richting koos. 


Geld verdienen en sparen.

In die tijd ben ik ook begonnen met een baantje. Ik weet niet meer wat het eerst was, maar ik heb in ieder geval een paar jaar een krantenwijk voor het Parool gedaan in IJmuiden. Ik begon om een uur of 4 's middags op station IJmuiden-Oost en eindigde ruim een uur later in de buurt van de haven. Door weer en wind, maar toch wel heel leuk om te doen. Bijkomend voordeel was ook dat ik goedkoop stripboeken van kapitein Rob en van Kik Wilstra kon kopen!

Ik was hier onder andere mee begonnen om te sparen voor een nieuwe fiets en later om een fototoestel te kunnen kopen. In die tijd heeft ome Geert (Lindeman) me de eerste beginselen van het ontwikkelen en afdrukken van foto's bijgebracht.

Het andere bijbaantje was heel anders en erg seizoen gebonden: Bewaker bij de fietsenstalling bij het strand. Ook dat was erg leuk om te doen en je was lekker de hele dag buiten. Ik denk dat ik dit 2 a 3 seizoenen gedaan heb.

Al met al kon ik (mede met hulp van mijn vader en moeder) al vrij snel een mooie fiets kopen. Voor die tijd was het een super fiets: Een Gazelle sportfiets met 3 versnellingen en velgremmen. Het bijzondere van die fiets was dat je de versnellingen bediende door het rechter handvat te draaien. Het was dezelfde fiets waar ik een jaar later in een sneeuwstorm mee op een auto knalde (Botsing in een Blizzard).

Een jaar later kon ik ook mijn fototoestel kopen: een Yashica Campus, een moderne camera voor die tijd, maar bijvoorbeeld nog geen ingebouwde lichtmeting! Daar voor kocht ik een aparte lichtmeter die ik nog steeds heb, maar uiteraard niet meer gebruik.

Vrienden.

Naast dat ik door mijn hele jeugd heen regelmatig contact had met mijn neef Ed Bakker, was mijn vriendenkring vooral op school te vinden. Door het gezamenlijk heen en weer fietsen naar Haarlem en doordat sommigen van hen ook in dezelfde klas zaten. Ed was een jaar na mij ook naar het lyceum gegaan, maar een ander: Het Coornhert als ik me goed herinner, iets verderop in Haarlem-Noord.

Degene waar ik het meest contact mee had in die tijd waren Jan van Noort (alleen tijdens de 1e klas, daarna verdween hij uit zicht), Kees Schaap (woonde aan de Oosterduinweg) en Piet van Rij (hij woonde vlak achter ons).

Kees en Piet volleybalden ook en zaten ook in hetzelfde team (2e) van de vereniging, ik denk dat dit al in de 2e klas van de HBS begonnen is. Andere klasgenoten die er ook deel van uitmaakten waren: Ton van der Kolk uit Beverwijk en Hans van Woudenberg uit IJmuiden Oost. Hans onderscheidde zich vooral door zijn grote sprongkracht en en zijn snelle reflexen.

Als 16-jarige ben ik 14 dagen op vakantie geweest met Kees Schaap, zijn broer Ruud en nog een jongen, wiens naam ik niet meer weet. Twee weken zijn we met de fiets op stap geweest, van jeugdherberg naar jeugdherberg. Dat was de eerste keer dat ik zonder mijn ouders op vakantie was. Ik heb heel goede herinneringen aan deze vakantie. De verste plaats waar we toen geweest zijn was Antwerpen dacht ik.

Een jaar later ben ik opnieuw met vrienden op stap geweest, maar nu op de bromfiets. Ik op mijn Berini met DKW motor, mijn neef Ed op zijn Sparta en Ruud Over (die we via volleybal hebben leren kennen) ook op een Berini met DKW motor maar dan de sportieve uitvoering.

Dit keer ging de reis een stuk verder, via Brussel en Namen naar Luxemburg en vervolgens via Luik en Maastricht weer terug. Weer langs jeugdherbergen, waar je ook altijd corvee moest doen.

We hebben die vakantie erg veel lol gehad met z'n drieën. Het laatste deel van de terugreis verliep een beetje moeizaam omdat vanaf Maastricht de compressie van mijn bromfiets terugliep en ik op het laatst niet harder dan 25 a 30 ging... Maar we zijn toch weer heelhuids thuisgekomen.

Op de foto links Ruud en Ed op het citadel van Namen en rechts: Ruud heeft een lekke band.


Eindexamen HBS-b.

De laatste twee jaren op het Marnix zijn heel intensieve en ook fijne jaren geweest. Ook al gingen sommige dingen me makkelijk af op school, voor veel vakken heb ik me toch aardig moeten inspannen.

De exacte vakken waren meestal niet zo'n probleem, behalve misschien scheikunde, je moet daar teveel voor uit je hoofd leren. Dat laatste is nooit mijn sterke kant geweest. Ik ben altijd veel beter geweest in het overzien en begrijpen van zaken dan het onthouden.

Om die reden denk ik ook dat talen voor mij een probleem waren. Desondanks heb ik me bij die vakken aardig kunnen handhaven (Nederland, Engels, Duits en Frans). Alleen Frans is altijd een probleem geweest, terwijl ik al sinds de 5e klas lagere school Franse les heb gehad!

Mijn beste vakken waren vooral natuurkunde, wiskunde 1 en 2 en mechanica. 

Op het eindexamen liep dat iets anders dan gepland... Om te beginnen had ik mijn schriftelijk mechanica verknalt, dus moest ik daar ook mondeling voor doen. Geen probleem dacht ik, mechanica is het makkelijkste wat me is overkomen en nog leuk ook! Toch liep ook dat anders. Het mondeling examen werd afgenomen door mijn leraar mechanica en een gecommitteerde. Alhoewel ik zelf vond dat ik het er goed had afgebracht, dacht mijn leraar daar anders over. Nu waren we het wel vaker oneens geweest, we lagen elkaar niet zo erg, waarom weet ik eigenlijk niet. Al met al resulteerde dit alles in een 5 voor mechanica (mijn beste vak altijd geweest...).

Gelukkig werd dit gecompenseerd door mijn leraar Frans. Tussen het schriftelijk en het mondeling zaten ongeveer zes weken en in die tijd werden we klaargestoomd voor het mondeling.

Elke keer als we in die periode Franse les hadden kreeg ik een beurt. En elke keer vroeg hij ongeveer hetzelfde, tot op het examen toe! Nog bedankt meneer Verschoor! Daardoor haalde ik voor mijn moeilijkste vak toch nog een zes op de eindlijst.

Van alle andere exacte vakken had ik het maximale aantal vrijstellingen, voor natuurkunde had ik (tot stomme verbazing van mijn leraar) zelfs een 9 op mijn eindlijst. Dat komt zo: Bijna alle vragen gingen over begrijpen en niet zo zeer over het weten en dat is precies in mijn straatje.

Ik herinner me nog goed dat we met alle examenklassen (HBS-a en b en Gymnasium α en β) buiten stonden te wachten op de uitslagen. Overal rookwolken van de sigaretten die opgestoken werden, de straat lag bezaaid met weggegooide peuken. En eindelijk was daar dan toch de uitslag: GESLAAGD! Weer een periode in mijn leven afgemaakt en afgesloten. Op naar de volgende fase, de zeevaartschool!

(Op de foto klas 5b2. Bij het rode cirkeltje zit ik, het blauwe cirkeltje Cees Schaap en het gele cirkeltje is Joop van Riessen, die later naam gemaakt heeft als commisaris van politie in Amsterdam en nu detectives schrijft).

 

Vervolg: Over Jan vanaf 1962